Jan van IJzendoorn over SIRENEN


SIRENEN, Ontwerp uit 2007

SIRENEN, Ontwerp uit 2007

Motto: SIRENEN

Tuimelaars: Drijvende en balancerende bakens langs de oever van de rivier. Wenkende beelden die zich op elk moment van de dag en in elk weertype anders voordoen en die op de stroming van de rivier actief reageren.

Sirenen: Zingende, schone en verleidelijke halfgodinnen of nimfen geboren uit het huwelijk van een zeegod en een stroomgod.

Situering: Langs de oevers van de Waal tussen IJzendoorn en Zaltbommel, nabij zandbanken en tussen de kribben.

Kunstwerken: Onder het motto Sirenen wordt een serie beelden in sequentie langs de rivier de Waal voorgesteld. Ze trekken een mythisch spoor door het rivieren landschap. Beelden die het fenomeen Tuimelaar verbindt met de verleidelijke, wenkende schoonheid van het rijk der armen. Rijke armen, wuivende armen en handen met een universele zeggingskracht. Klassieke iconen doemen op en bewegen op de kracht van wind en met de stroming van het water. Plastische, alzijdige en levendige sculpturen zijn het, ze kunnen je doen denken aan Renaissance of Barok schilderingen of tekeningen. Van zichzelf zijn ze ook veranderlijk omdat ze zich kunnen aanpassen aan hun milieu met een natuurlijk patina en een lichtgevoelig oppervlak. Alg en mos kan en mag erop groeien en zal komen en gaan. Hiermee verband houdend heeft de huid van de beelden soms een heel gladde glazige- en soms een sponsachtige structuur.

Passanten kunnen de tuimelaars al vanaf de winterdijk zien en de schippers vanaf het water. Bij hoog water zijn het soms even waardevolle tekens als de gewone rivierbakens en bij laag water rusten ze als vissersbootjes op de zandbanken tussen de kribben. Hun maat en schaal is landschappelijk en vrijwel gelijk aan de hoogte van de bakens op de kribben.

Nadere toelichting

De rivieren zijn in ons ‘Nederland’ de slagaders van het landschap. Ons landschap heeft zich gevormd onder invloed van de natuurlijke wisselwerking tussen de zee en de grote rivieren. In de delta van deze rivieren, in het laagland, ontstond een vruchtbaar en bewoonbaar gebied. Met de intrede van de mens die ook met culturele middelen (dijken, kanalen, landbouw, scheepvaart, waterbeheersing, ruimtelijke ordening etc.) invloed kreeg op de natuur, verandert dat landschap sterk. Nederland als natie is wereldwijd vermaard om dit vermogen zo met het water te leven. Deze veranderingen zullen komende tijd opnieuw veel aandacht vragen. De verandering van zeewaterspiegel en het anders omgaan met ideeënover waterhuishouding zoals het thema ’ruimte voor de rivier’ aangeeft. Meer ruimte voor de rivier. Leven met verandering en vooral ‘kunnen en willen’ leven met verandering is mooi en werkt inspirerend. Het plan onder het motto: Sirenen, wil vooral dat veranderlijke in tijd en landsschapsbeleving vieren. Zoals het weer en het ritme van dag en nacht ons steeds weer anders, en niet altijd even bewust, naar die ons omringende, vertrouwde maar ook verwonderlijke wereld doen kijken.
 
Eigenlijk gaat de kunst hier steeds over: hoe kijk je en wat neem je waar?
Als het verwonderlijke dagelijks wordt, dat is pas kunst.

 
Met dat denken over de komende veranderingen in het rivierenlandschap wil men het gebied aantrekkelijker en leefbaarder gaan maken, met veel aandacht voor de ruimtelijke kwaliteit. Met een sterkere relatie tussen soorten van gebruik en waterbeheer om te komen tot een meer samenhangend, aantrekkelijk landschapsbeeld. De Waal is de grootste zandrivier van de Rijndelta en de belangrijkste scheepvaartrivier van de wereld. Het plan Sirenen haakt hierop in door een herkenbaar menselijk spoor in het perspectief van de rivier uit te zetten. Het zijn tekens of bakens die zelf actief reageren op stroming, op weer en wind. De Waal kan heftig veranderlijk zijn met bijvoorbeeld hoog water en veel oer-power. Gekoppeld aan zand als een fluidale grondstof die zich verplaatst over
de bodem en langs de oevers, zal er een reeks van beelden voornamelijk tussen de kribben een plek kunnen krijgen. Meestal drijvend/dobberend en wuivend op wateroppervlak maar soms in ruste, gestrand op de zandplaten.
Ankers houden deze beelden zo ongeveer op hun plaats, maar ze hebben wel een bepaalde vrije actie radius. Soms komen ze in paren voor en dan weer  solo.
De reeks zou tenminste uit zeven beelden in een sequentie moeten bestaan.
Maar de mogelijkheden voor een rijkere iconografie kan met een groter aantal verder uitgediept worden. In alle gevallen is er sprake van een diepere betekenis laag. Van de schepping tot voor de ziel. En van associaties en referenties aan cultuurhistorische bakens, die inmiddels als archetypen van sterke collectieve beelden kunnen fingeren.   
Ook de verschijningsvorm van elke plastiek heeft een scala aan mooie mogelijkheden in zich. Niet alleen qua kleur(meestal lichte tinten) maar vooral in het oppervlak. Twee soorten huid laten zich of apart en/of gecombineerd verenigen.
Een sponsachtige huid die gevoelig en geschikt is voor micro organismen en algengroei. Of een gladdere meer plastische lichtgevoelige huid. Te denken valt aan glasvezelversterkt Polyesther als duurzaam basis materiaal. Met een polyurethaan coating als toplaag. In de afwerklaag kunnen lichtgevoelige glasbolletjes aangebracht worden. Als eerste dacht ik voor dit werk aan speciale zeewaterbestendige rubbersoorten of PVC. In de scheepvaart vinden dergelijke materialen hun toepassing. Waarschijnlijk is de eerder genoemde techniek beter plastisch toepasbaar en effectiever. De plastische uitdaging is artistiek gesproken groot  voor het krachtig met de hand boetseren van zulke vergrote menselijke ledenmaten. En vraagt veel vakmanschap.
De maat en schaal van de kunstwerken is zo gekozen dat ze zowel vanaf het water als vanaf de winterdijken goed zichtbaar zijn. De gemiddelde grootte is ca. 4 meter. Maar een of twee grotere beelden op strategische plekken is spannend. Daarentegen kan er op een intiemere plek met een devoot beeld voor gekozen worden om voor een iets kleiner formaat te kiezen. Op de routes langs en over het water zijn de Tuimelaars nooit allemaal tegelijk in beeld.
Het werk laat zich veroveren en geeft zich langzaam prijs via een ontdekkingstocht. Op en langs de stromende rivier.